Tien jaar geleden stond mijn wereld op zijn kop. Ik werd geconfronteerd met een uitdaging die ik niet had zien aankomen en waarvan ik dacht dat het mij nooit zou overkomen: een burn-out. Die periode in mijn leven was gevuld met onzekerheid, uitputting en machteloosheid. Ik voelde me compleet verloren. Wat volgde was een wankele weg naar herstel. Uiteindelijk heeft dit mij sterker gemaakt en ben ik nu de persoon die ik wil zijn, zonder compromis.
In deze blogserie "De schaamte voorbij" deel ik mijn persoonlijke verhaal*. Van de dieptepunten tot de momenten van doorbraak. Ik nodig je uit om met me mee te kijken, te luisteren en te voelen.
Sophie heeft een heftige dag achter de rug, waarin ze de afspraak bij de bedrijfsarts was vergeten, nieuwe inzichten opdeed in een gesprek met Maya, een emotionele mail ontving én haar hart heeft uitgestort bij haar moeder. Het is dan ook niet gek dat Sophie pas laat ontwaakt uit haar door warrige dromen geteisterde slaap.
De volgende ochtend wordt Sophie pas tegen 11 uur wakker van een knorrende maag. Marko is al lang naar zijn werk, dus ze maakt een pistoletje voor alleen zichzelf en gaat op de bank zitten. Ze zet net haar tanden in het iets te donker gekleurde broodje als de deurbel gaat. Sophie verstijft direct; complete paniek. De gedachten racen door haar hoofd, maar ze kan niet bewegen. Hoewel ze van alles denkt, kan ze geen enkele gedachten echt grijpen. Flarden van zinnen en beelden passeren haar geestesoog. Ze ziet Cathelijne, een mandje met bloemen en een gefronste wenkbrauw. Ze hoort fragmenten van een gesprek: “Heb ik eerder gezien…. Dit is niet net pas gebeurd….” Wanhopig probeert ze grip te krijgen op haar verstand. Ze werpt een zijdelingse blik op het raam, is er iets dat weggeeft dat ze thuis is? Gelukkig is de woonkamer op de eerste verdieping en zit het gordijn naast haar hoofd dicht. Anders schijnt de zon recht in haar ogen. Zou haar schaduw te zien zijn? Ze blijft doodstil zitten, zolang ze niet beweegt, zal ze vast niet opvallen. Ze focust op de geluiden bij de voordeur. Ze hoort de brievenbus klepperen en er valt iets op de mat. Ze denkt dat ze voetstappen hoort, maar het kan ook haar verbeelding zijn. Voor de zekerheid blijft ze toch nog maar even zitten.
Na 5 minuten, al voelt het als 5 uur, durft ze eindelijk op te staan. Ze zet het bord achteloos naast haar neer op de bank. Het valt haar nauwelijks op dat haar broodje er vanaf glijd. Heel voorzichtig loopt ze naar de trap en kijkt ze naar beneden. Op de deurmat ziet ze een papiertje liggen. Met een slakkengangetje gaat ze de trap af en beneden aangekomen springt ze langs het raam naast de deur. Ze wil echt niet gezien worden. Ze pakt het papiertje op en leest de krabbel die erop staat: ‘Verhoging servicebijdrage gezamenlijke berging: 62 ct per maand vanaf juni jl is nog niet ontvangen. Graag het openstaande bedrag voldoen op de rekening van de VVE.’.
Sophie zakt zacht grinnikend ineen op de deurmat. Haar buurman moest eens weten hoeveel stress hij haar had bezorgt om een paar euro. Waarschijnlijk zou hij dat alleen maar terecht vinden, hij had weinig met de laksheid van haar en Marko. Elk jaar moest hij weer achter de verhoging aan, omdat Sophie het simpelweg vergat te verwerken in haar automatische betaling. Nee, ze gunt hem het plezier van haar stress niet. Haar opluchting en glimlach maken plaats voor een onverwachte woede jegens de gepensioneerde penningmeester van de vereniging van eigenaren. Vanbinnen maakt ze de arme man uit voor rotte vis, bedorven andijvie en alle andere onwelriekende etenswaren die ze kan bedenken. Sophie weet heus wel dat ze haar woede voor Cathelijne projecteert op haar buurman, maar dat kan haar op dit moment even niet schelen. Het is in ieder geval een goede afleiding van de zeer pijnlijke herinnering die het onverwachte geluid van de deurbel bij haar oproept.
Beschamend bezoek
Toen Sophie net een paar dagen ziek thuis was, op advies van haar huisarts, had de deurbel ook onverwacht geklonken. In naïeve onschuld had Sophie op de automatische piloot de weg naar de voordeur afgelegd en deze geopend, enkel om oog in oog te komen met Cathelijne. Ze stond voor de deur met een mandje bloemen en voor Sophie het doorhad, had ze zichzelf bij haar binnen uitgenodigd. Terwijl ze de trap op liepen mompelde Sophie een excuus voor de troep in huis. Ze wist niet eens meer precies wat ze gezegd had, maar Cathelijne had alleen maar haar wenkbrauw opgetrokken.
Eenmaal boven nam Cathelijne plaats aan de eettafel, gezien de bank in de slaapstand stond met een deken erop. Het was de plek waar Sophie de afgelopen dagen vrijwel elk uur van de dag had doorgebracht. Wat was ze de afgelopen dagen blij geweest met de slaapbank die haar moeder haar en Marko cadeau had gedaan. Het trouwe ding had haar de troost en veiligheid geboden die ze zo hard nodig had. Nu Cathelijne in dezelfde ruimte was, keek ze ineens met heel andere ogen naar haar geïmproviseerde cocon. Met groeiende afschuw beschouwde ze de staat van de bank; er lagen een paar verfrommelde zakdoeken, een bord met kruimels en een hoop dekens op. Om over de vlekken maar te zwijgen.
Om Cathelijne af te leiden van de omgeving, bood Sophie haar snel wat te drinken aan. Ze was zichtbaar opgelucht dat ze enkel een glas water wilde. Dat was dan ook de enige meevaller van het hele bezoek. Ze schoof wat troep aan de kant om het glas voor Cathelijne neer te kunnen zetten. De tafel deed qua chaos niet veel onder aan de bank. Ze schaamde zich kapot. Cathelijne keek nogmaals afkeurend om zich heen terwijl ze Sophie vroeg hoe het nu met haar ging. Sophie kon enkel nog meer slappe excuses voor de staat van het huis uitkramen, ze kon echt nergens anders op focussen. Cathelijne liet haar even aanmodderen en onderbrak haar toen met de woorden: “Sophie, ik heb dit eerder gezien. Ik heb jarenlang in de thuiszorg gewerkt, ik weet echt wel hoe een verwaarloost huishouden eruit ziet. Dit is niet net gebeurd, maar dit is al maanden bezig…”. Vanbinnen schreeuwde Sophie het uit. Ze voelde zich machteloos, omdat Cathelijne zich naar binnen had gedrongen zonder waarschuwing. Ze was boos dat ze niet de kans had gekregen om wat aan de troep te doen voordat ze kwam. Ze voelde zich gekleineerd door de opmerking van Cathelijne, maar bovenal schaamde ze zich diep, omdat het waar was. Het was niet van de afgelopen dagen, het was al tijden aan het opbouwen. Ze had al maanden niets in het huishouden gedaan en Marko was niet bij machte geweest om het in zijn eentje bij te houden, naast zijn werk. Van binnen was het chaos, aan de buitenkant haalde ze alleen haar schouders op en sloeg haar blik neer…
Er glijd een kouder rilling over haar rug wanneer Sophie de herinnering van zich af probeert te schudden. Hoewel de gebeurtenis maar in vage flarden in haar geheugen is opgeslagen, is de herinnering aan het gevoel spat zuiver. Ze voelt de schaamte weer, maar dit keer werd de schaamte ondergesneeuwd door de woede. De woede op de buurman. Hoe durft hij haar op deze manier in haar hemd te zetten? Hoe durft hij haar zo te confronteren zonder waarschuwing? Hoe durft hij tegen het doktersadvies in te gaan en zomaar bij haar op de stoep te staan?
Hoe durft hij… Hoe durft zij…. Ze zou toch beter moeten weten…
* Uit privacyoverwegingen zijn namen en persoonlijke kenmerken in dit verhaal aangepast.