De schaamte voorbij | Deel 2: Tranen
De schaamte voorbij
Tien jaar geleden stond mijn wereld op zijn kop. Ik werd geconfronteerd met een uitdaging die ik niet had zien aankomen en waarvan ik dacht dat het mij nooit zou overkomen: een burn-out. Die periode in mijn leven was gevuld met onzekerheid, uitputting en machteloosheid. Ik voelde me compleet verloren. Wat volgde was een wankele weg naar herstel. Uiteindelijk heeft dit mij sterker gemaakt en ben ik nu de persoon die ik wil zijn, zonder compromis.
In deze blogserie "De schaamte voorbij" deel ik mijn persoonlijke verhaal*. Van de dieptepunten tot de momenten van doorbraak. Ik nodig je uit om met me mee te kijken, te luisteren en te voelen.
Deel 2: Tranen
De eerste traan glijdt bijna onopgemerkt over haar wang. Pas als de traan haar mond bereikt merkt Sophie dat ze huilt. Alsof haar lippen op de koude traan reageren beginnen ze te trillen bij de eerste aanraking van het zilte vocht. Dan is het hek van de dam. De tranen zijn niet meer tegen te houden en ze rolt zich snikkend van het huilen op tot een zielig balletje op de bank. Dit is geen romantische huilbui met mooie individuele tranen die langzaam naar beneden biggelen. Dit is een echte, rouwe, lelijke huilbui. Zo eentje met kletsnatte wangen en lopende neus, met lange uithalen en snakken naar adem. Dit is het soort huilbui waar je schor van wordt, waar je ogen van uitpuilen en je hoofd van gaat bonken.
Sophie weet niet hoelang het geduurd heeft voordat ze in slaap viel, maar toen ze ruim een uur later wakker werd was het kussen van de bank nog steeds nat van de tranen. Althans, ze hoopte dat het tranen waren. Waarschijnlijk was het ook een beetje kwijl. Haar mond produceerde speeksel alsof het de ambitie had een waterval te worden. Hoe kon ze zo kwijlen en toch zo’n droge mond hebben? Ze sleept zich naar de koelkast en pakt de fles cola. Waarschijnlijk een slecht idee, het was pas 11.00 uur in de morgen en haar nog nuchtere maag was waarschijnlijk nog niet klaar voor koolzuur. Alles is toch al kut, dat beetje maagzuur kan er ook nog wel bij. Ze zakt op de bank en zet een herhaling van Grey’s Anatomy aan. Ze kent deze al, dus ze hoeft er niet te veel bij na te denken. Dat is maar goed ook, want ze heeft op het moment concentratievermogen van een teckel die moet kiezen tussen als een bezetene achter de buurkat aan rennen of wild grommen naar die stomme hond in de spiegel. Ze grinnikt even om haar eigen flauwe burn-out humor. Ach, je moet toch wat.
Eind van de middag krijgt ze een appje van Vera: Hey meid, hoe gaat het? Cat vroeg me om die aantekeningen bij je op te komen halen. Ik heb ja gezegd, maar dat ga ik natuurlijk niet doen. Ze vraagt er toch niet meer naar. Rust lekker uit, komt wel een keertje. Sophie kan haar wel zoenen. Nou ja, niet echt dan, maar virtueel. Ze stuurt Vera een berichtje terug:
Ze had ook de hele dag nog geen extra maagtabletten hoeven nemen, dus dat viel ook weer mee. Misschien kan ze dan toch nog slapen vannacht.
Een uurtje later hoort Sophie de sleutel in het slot omdraaien. Ze schrikt op en voelt een golf van schuldgevoel over zich heen komen. Direct gevolgd door het inschakelen van haar verdedigingsmechanisme. Zodra ze Marko’s hoofd uit het trapgat op ziet doemen begint ze al te praten: ‘Hoi schat, sorry dat het nog zo’n zooitje is, maar Cat belde en…’ Ze laat de rest van de woorden op haar lippen sterven. Het klinkt als een slap excuus en dat is het ook. Ze zakt weer op de bank en luistert hoe Marko een nauwelijks onderdrukte zucht van frustratie door zijn lippen perst terwijl hij een vuilniszak pakt. Hij loopt naar de eettafel die bedolven ligt onder lege verpakkingen, blikjes en ander zooi en begint demonstratief blikjes te vermorzelen voor hij ze in de zak laat vallen. Van buiten zie je niets, maar Sophies hoofd maakt overuren. Verwijten vliegen over en weer tussen haar schuldgevoel en haar laatste stukje strijdbaarheid. ‘Kon je nou niet eens even die tafel leegruimen? Je zou de vloer ook nog doen, kijk eens wat een zooitje. Je hebt niet eens gedoucht vandaag! En Marko maar werken.’ ‘Het is niet alsof hij nou zoveel doet in het huishouden. Je bent niet voor niets burn-out geraakt! Nu is het tijd om voor jezelf te zorgen. Hij kiest er zelf voor hè, om meteen na zijn werk zuchtend en steunend de troep op te ruimen.’.
Terwijl de gedachten nog door haar hoofd gieren, voelt ze ineens de zachte lippen van haar steun en toeverlaat op haar voorhoofd. ‘Hoi schatje, hoe gaat het met je?’. Van zijn eerdere ergernis is niets meer te merken. Misschien was die ergernis er wel helemaal niet en speelde ook dat zich alleen maar in Sophie haar hoofd af. Het doet er ook niet toe. Ze slaat haar ogen op. Hij kijkt haar liefdevol aan. De ruziënde stemmen in haar hoofd verstommen terwijl ze haar hoofd tegen zijn borstkas aan legt. ‘Kut…’ en de tranen biggelen weer over haar wangen. Toch is het nu anders dan de huilbui eerder vandaag. Deze tranen luchten op. Deze tranen worden opgevangen door het stoffige werkshirt van Marko in plaats van haar kussen te doorweken. Dit zijn de romantische, helende, tranen waar Sophie zo naar verlangde. Ja, ze zal zeker goed slapen vannacht.
* Uit privacyoverwegingen zijn namen en persoonlijke kenmerken in dit verhaal aangepast.