De schaamte voorbij | Deel 10: beschermengel
Tien jaar geleden stond mijn wereld op zijn kop. Ik werd geconfronteerd met een uitdaging die ik niet had zien aankomen en waarvan ik dacht dat het mij nooit zou overkomen: een burn-out. Die periode in mijn leven was gevuld met onzekerheid, uitputting en machteloosheid. Ik voelde me compleet verloren. Wat volgde was een wankele weg naar herstel. Uiteindelijk heeft dit mij sterker gemaakt en ben ik nu de persoon die ik wil zijn, zonder compromis.
In deze blogserie "De schaamte voorbij" deel ik mijn persoonlijke verhaal*. Van de dieptepunten tot de momenten van doorbraak. Ik nodig je uit om met me mee te kijken, te luisteren en te voelen.
Sophie is enorm geschrokken van de deurbel, ze was bang dat Cathelijne weer voor haar deur stond. Het bleek uiteindelijk de buurman te zijn, die ook penningmeester is van de Vereniging Van Eigenaren. Sophie is nog van de schrik aan het bekomen...
Sophie voelt langzaam hoe de adrenaline haar lichaam verlaat, wat overblijft is een emotieloze vermoeidheid. Ze heeft nergens zin in. Niet in het halve broodje wat nog op haar ligt te wachten, niet in de afspraak die ze vanmiddag heeft met Maya en niet eens om zichzelf van de deurmat af te slepen om naar boven te lopen. Dus zit ze daar maar. Ze heeft geen idee hoe lang het heeft geduurd voordat ze zichzelf uiteindelijk omhoog hijst, voorbij de woonkamer, direct de volgende trap op naar haar bed. Ze pakt in het voorbijgaan haar telefoon van de bank. Hoewel ze het broodje op de bank ziet liggen, is ze niet bij machte het op te ruimen. Op bed wil dat stomme pistoletje haar maar niet loslaten. Elke keer als ze haar ogen sluit ziet ze het op de bank liggen. Ze stelt zich voor hoe Marko thuiskomt en het broodje ziet liggen. Hoe het eindelijk tot hem doordringt dat hij getrouwd is met een groot, lui, kind. Dat hij nu eindelijk haar ware aard ziet en eieren voor zijn geld kiest. Ze opent haar ogen en spreekt zichzelf vermanend toe: ‘Hup, opstaan en even dat broodje opruimen, zo moeilijk is het niet!’. Ze beweegt niet. Haar lichaam wil niet luisteren. Hoe hard ze ook tegen zichzelf schreeuwt. Het heeft geen enkele zin. Ze knippert met haar ogen en besluit dat het er ook allemaal niet meer toe doet. Misschien is het maar beter zo. Ze drukt haar oogleden op elkaar en doet een mentale oefening die ze van haar moeder heeft geleerd: ze bouwt haar droomhuis. In elke kamer ziet ze het broodje liggen.
Na anderhalf uur vechten tegen haar eigen gedachten valt ze uiteindelijk in slaap. Ze wordt pas wakker als ze de sleutel in de deur om hoort draaien. Ze schrikt op. Ze denkt even aan het broodje, maar wordt direct afgeleid door het knipperende lampje op haar telefoon. ‘Shit, Maya!’. Sophie pakt haar telefoon, die nog op de stille stand staat. Vier gemiste oproepen en 2 appjes: ‘Hey Soof, kom je eerst langs mij of spreken we op het terras af?’. ‘Hoi lieverd, ik denk dat je het bent vergeten, laat maar even weten hoe het met je gaat. xxx’ Sophie zucht en stuurt terug: ‘sorry, rotdag, bel je morgen.’. Ze is dolgelukkig dat Maya het snapt en dat ze bij voorbaat al is vergeven. Ze legt net haar telefoon naast zich neer als ze Marko de trap op hoort lopen. Ze weet niet waarom ze het doet, maar in een reflex knijpt ze haar ogen dicht en doet ze of ze slaapt. Ze voelt hoe Marko’s hand zachtjes door haar haar glijdt. Ze doet slaperig een oog open: ‘Hoi schatje…’. Ze pakt Marko vast en trekt hem tegen zich aan. Hij mompelt nog iets over dat hij stoffig is, maar het kan haar niet schelen. Ze wil niet praten, ze wil niets uitleggen, ze wil hem alleen maar vasthouden. Hij geeft haar een stevige knuffel terug. Na een paar minuten laat hij los: ‘Ik ga even douche, ik ben zo terug.’. Sophie hoort de douche aangaan en ze sluit haar ogen.
Niet veel later komt Marko weer de slaapkamer in lopen. Sophie kijkt naar zijn naakte lichaam en gooit de dekens opzij op het moment dat hij zijn onderbroek aan wil trekken: ‘Die heb je hier niet nodig.’. Ze klopt uitnodigend op het matras. Marko lacht en springt naast haar in bed. Ze slaan allebei het avondeten over....
Vrijdag
De volgende ochtend wordt Sophie wakker met zowaar wat energie. Ze zet haar computer aan en kijkt naar haar mail. Ze heeft een bericht van Lisa, haar HR-adviseur:
Hoi Sophie,
Hoe gaat het nu met je? Ik kreeg een bericht van Henk, dat je niet op de afspraak was verschenen. Ik heb bij hem aangegeven dat het een beetje een vreemde situatie was en dat je waarschijnlijk de afspraakbevestiging niet hebt gekregen. Ik heb meteen maar een nieuwe voor je ingepland voor morgen, zodat het nog steeds in deze week valt.
Sophie kijkt geschrokken naar de datum. Hij is van gisteren! Ze pakt haar telefoon en ziet dat ze tussen de meldingen van Maya in, de gemiste oproep van Lisa helemaal over het hoofd hat gezien. Ze richt haar aandacht weer op het computerscherm en scrolt naar beneden:
AFSPRAAKBEVESTIGING:
DATUM: VRIJDAG 12 JULI
TIJD: 14.00 UUR
LOCATIE: ST. VITUS
Gelukkig was ze op tijd wakker. Ze stuurt meteen een mail terug:
Hoi Lisa,
Bedankt, ik lees hem nu pas, maar ik zal er zijn!
Groetjes,
Sophie
Ze heeft nog niet op de verzendknop gedrukt of haar telefoon gaat: Cathelijne. Het hart van Sophie schiet in haar keel, maar ze neemt resoluut de telefoon op: ‘Met Sophie…’.
Cathelijne steekt meteen van wal. Ze vraagt niet eens hoe het met Sophie gaat: ‘Ja, luister, ik heb er nog eens even over na zitten denken en als ik zo kijk naar je thuissituatie en wat er tot nu toe besproken is, denk ik dat dit net zo goed een privé probleem is als een werkprobleem. Als je hulp nodig hebt, moet je dat dus ook via de huisarts regelen, dat gaan wij niet bekostigen.’. Sophie is met stomheid geslagen. Ze had het nog helemaal niet gehad over ‘hulp’, sterker nog, ze had er nog niet eens over nagedacht. Ze keek eigenlijk überhaupt niet verder dan de afspraak met de bedrijfsarts Nu ze er nog eens aan terugdenkt, is dat ook eigenlijk heel raar gegaan. Sophie was in eerste instantie naar haar huisarts gegaan en die had haar geadviseerd om ook naar de bedrijfsarts te gaan. Sophie had dat aangegeven bij Cathelijne en die had die boot in eerste instantie afgehouden. Daar was Sophie stiekem wel blij mee, want ze zat er eigenlijk niet echt op te wachten. Ze hoopte nog steeds dat het wel mee zou vallen en dat het na een weekje thuis wel weer beter zou gaan. De volgende dag had Cathelijne er ineens op gestaan dat Sophie naar de bedrijfsarts ging. En nu ineens dit. Sophie snapte er niets van.
Ze stamelt een antwoord: ‘Uhm, ja, oké, dat snap ik wel…’. Cathelijne lijkt het antwoord niet te registreren en ratelt ongehinderd door: ‘Ja en ik wil ook nog even terugkomen op onze afspraak, ik vind het eigenlijk niet oké om één keer per week telefonisch contact te hebben, ik wil dat je langskomt.’. Sophie haar hersenen maken overuren, maar ze kan geen manier vinden om nee te zeggen tegen Cathelijne, dus zegt ze: ‘Ik heb vanmiddag een afspraak bij de bedrijfsarts, zal ik daarna bij je langskomen?’. Cathelijne lijkt tevreden met het antwoord en haar toon veranderd, wordt zachter en ze vraagt nu wel naar hoe het met Sophie gaat, al luistert ze niet echt naar het antwoord.
Wanneer Cathelijne de telefoon heeft opgehangen blijft Sophie verbouwereerd naar het apparaat in haar handen staren. Ze snapt er niets meer van. Dan begint ze te lachen. Ze beseft zich ineens dat ze een beschermengel heeft. Cathelijne had helemaal niet gereageerd op de afspraak met de bedrijfsarts, dus waarschijnlijk wist ze niet eens dat ze de eerste afspraak had gemist. Ze kan Lisa wel zoenen!
* Uit privacyoverwegingen zijn namen en persoonlijke kenmerken in dit verhaal aangepast.